Medellin, Salento en Bogotá

30 maart 2019 - Pasto, Colombia

Maandag 18 maart, daar was ik gebleven met het vorige reisverslag. ’s Middags zijn we geland op het vliegveld van Medellín, een uurtje rijden buiten de stad. Onze Airbnb had een chauffeur geregeld om ons op te halen (luxe). Wat ons meteen opviel was al het groen. Zo groen hebben we het de hele reis nog nergens gezien. Nog vóórdat we in de auto zaten begon het dan ook keihard te plenzen: dat groen moet ergens vandaan komen. Tijdens de rit naar de stad zagen we Medellín al hoog vanaf de berg liggen, uitgestrekt in een groene vallei. Het is een grote stad met zo’n 2,5 miljoen inwoners. We verbleven in de hippe en welvarende wijk El Poblabo. De eerste avond hebben we al ons voordeel gedaan met het grote aanbod aan restaurants: we hebben lekker Vietnamees gegeten. Weer eens wat anders.

Dinsdag 19 maart staan we vroeg op, té vroeg naar onze zin. We wilden vandaag graag een tour doen door Communa 13, één van de voorheen meest gevaarlijke wijken ter wereld. Omdat we deze tour gisteravond niet meer hebben kunnen vastleggen, moeten we er vandaag op tijd zijn. En gelukkig is er nog plek. De gids begint meteen te vertellen dat hij het niet graag heeft over Pablo Escobar. Sterker nog, het is ‘not done’ om zijn naam uit te spreken in het openbaar, ‘he who can’t be named’. De overheid was alle ‘narco-toerisme’ zat en heeft recent een oud drugspand van Pablo in Medellín opgeblazen. Ook zijn we nergens narco- of Pablo-tours tegengekomen (voorheen erg populair bij toeristen). Terug naar Communa 13, thans een veilige wijk voor toeristen. We worden rondgeleid door een jongen die er woont, een hiphopper. Hij legt uit hoe hiphop en graffiti zijn leven heeft gered van de criminaliteit. Soms zweeft hij wat mij betreft wel een beetje te veel in zijn uitleg bij de graffiti-kunst die de hele wijk siert: ‘Life is full of colors, in which color do you want to paint  your life?’. De rondleiding loopt flink uit (zes en een half uur in plaats van de doorgegeven vier), ik denk door zijn uitgebreide uitleg. Op de terugweg pakken we de kabelbaan-metro over de stad. Het metro-systeem, met ook kabelbanen, heeft geholpen om de probleemwijken te ontsluiten en heeft zo bijgedragen aan de verhoging van de veiligheid en welvaart.  We lunchen pas tegen drie uur op een plein in het historisch centrum met veel beelden van Fernando Botero. Botero is die schilder die altijd dikke mensen afbeeldt (zie de foto’s). Hij komt uit Medellín. Daarna lopen we nog wat door de stad, maken foto’s bij het bamboe-bosje van ‘Wie is de Mol?’ en gaan ’s avonds Indiaas eten.

Medellin Medellin MedellinMedellin

Woensdag 20 maart heb ik me opgegeven voor een ‘tropische fruit-tour’. Ik koop altijd fruit dat ik niet ken op markten, om te kijken en te proeven. Kortom, deze tour was me op het lijf geschreven. Job is wat minder van het fruit dus die heeft vriendelijk bedankt en zelf zijn ochtend ingevuld. Met vier andere toeristen en een Engelstalige lokale gids zijn we over de lokale markt gelopen. De gids heeft van alle mogelijke vruchten die we tegenkwamen uitleg gegeven en ze aan ons laten proeven. Ze vertelde bijvoorbeeld hoe je kon zien of een bepaalde vrucht rijp was en tegen welke kwaaltjes de vrucht helpt. Voor de liefhebber (ik) een super interessante tour! ’s Middags hebben we in ons appartement geluncht met dingen die ik van de markt had meegenomen en daarna vluchten en hotels geboekt voor de komende week. ’s Avonds zijn we bij een van de betere restaurants gaan eten in onze wijk, El Poblado. Medellín heeft zoveel goede, hippe, leuke eetgelegenheden: daar moet je gebruik van maken!

Kabelbaan Medellin Medellin

Op donderdag 21 maart was het weer tijd om verder te reizen. Om negen uur hadden we de bus naar Salento, een dorpje in de ‘Eje Cafetera’, het koffiegebied van Colombia. Salento ligt op zo’n 2300 meter hoogte. De rit duurde zes uur en voerde over slingerende wegen langs een mooi felgroen berglandschap. Onderweg moesten we meerdere keren stoppen voor wegwerkzaamheden, daarom duurde het iets langer, maar het was een prima busrit. We hadden fijne plekken voorin met voldoende beenruimte en ik heb van het landschap kunnen genieten. Aangekomen in Salento zagen we dat het net heel hard geregend moest hebben. Gelukkig was het droog toen wij met onze rugzak nog een kwartiertje moesten lopen naar ons hostel. We hadden een erg mooie kamer met balkon in het Coffee Three Hostel. Een leuk hostel omgeven door een tuin en koloniaal ingericht, onbeperkt koffie én pannenkoeken bij het ontbijt. Wat opviel is dat er heel veel Westerse toeristen in Salento zijn, en vooral veel Nederlanders in het hostel.

Salento Willy's, Salento Hond van het hostel

Vrijdag 22 maart stond natuurlijk een koffie-tour op het programma. We hadden gekozen voor de uitgebreide tour met koffieproeverij op één van de grotere finca’s (boerderijen) in de buurt. We moesten er om twee uur ’s middags zijn, en we zouden er in een uurtje (bergaf) heen kunnen lopen vanuit het hostel. Om één uur liepen we het hostel uit, maar na nog geen 10 meter vielen de eerste druppels. Gelukkig konden we schuilen bij een winkeltje want onze regenjassen alleen konden ons niet drooghouden van wat er uit de hemel kwam vallen. De straat veranderde al snel in een rivier. Job was nog vol goede moed en dacht dat het over vijf minuutjes wel zou ophouden met regenen, maar dat deed het niet. De tijd begon te dringen want we moesten om twee uur op de finca zijn en o ja: er zijn geen taxi’s in het dorp, alleen Willy’s. Willy’s zijn jeeps uit de Tweede Wereldoorlog in alle kleuren van de regenboog die bepaalde routes rijden. Het was nog vijf minuten lopen van ons schuilwinkeltje naar het dorpsplein waar de Willy’s waren, maar dan zouden we doorweekt aankomen. Gelukkig kwam er net een lokaal busje langsrijden dat we konden aanhouden: dat heeft ons naar het dorpsplein gebracht. Vervolgens konden we redelijk droog met een Willy naar de finca: nog net op tijd! Omdat we door de stortregen de koffieplantage niet op konden, zijn we begonnen met de koffieproeverij. Het was heel leuk en interessant en vooral heel moeilijk om allerlei smaken, structuren en geuren in koffie te herkennen. Toen de regen even wat minder was, kregen we mandjes voorgebonden en mochten we zelf koffiebonen gaan plukken op de plantage. Daarna volgde uiteraard nog uitleg over het verwerkingsproces van de bonen tot koffie. Het was een erg leuke middag. Omdat het weer was gaan regenen, hebben we ook een Willy terug genomen naar het dorp.

Koffie plukken Koffieplantage Koffieproeverij Koffiebonen

Zaterdag 23 maart. Na een pannenkoeken-ontbijt om stipt zeven uur s’ ochtends, stonden we om half acht in de Willy richting de Cocora vallei. Je leest het goed: we stonden in de Willy. Er passen 16 mensen in/op zo’n jeep: vier voorin, acht op de achterbank gepropt, en vier kunnen achterop staan. Het ritje van 25 minuten achterop de jeep bleek echter goed te doen. Gelukkig was het droog want anders waren we kletsnat geworden. De Cocora vallei is dé trekpleister hier in de buurt omdat je hier de hoogste palmbomen ter wereld kunt bewonderen: de waxpalms. We zijn zo vroeg vertrokken omdat het hier meestal in de middag gaat regenen (dat hebben we gisteren gemerkt) en we willen een wandeling maken van ongeveer vijf uur. Het blijkt een prachtige wandeling met als startpunt de Cocora vallei en de waxpalms. Vanuit de vallei lopen we langs ‘miradores’, de uitzichtspunten, zo’n twee uur omhoog naar een finca waar we chocolademelk drinken met kaas. Ja, ze dopen hier kaas in de chocolademelk. Beetje gek, maar best lekker. Vervolgens lopen we nog een uurtje (met flink wat steile stukken) naar ‘Casa Acaima’, het huis van de kolibries. Hier krijgen we weer wat te drinken, dit keer neem ik gewoon thee, want één chocolademelk met kaas is genoeg voor een dag. Ik heb nog nooit zoveel colibries tegelijk gezien in het wild, hier vlogen ze je letterlijk om de oren! Hierna was het nog zo’n twee uur terug naar het startpunt van de wandeling, over meerdere gammele bruggetjes en boomstammen die als een brug dienden. Het was een prachtige route (zie de foto’s) en we waren perfect op tijd terug voor de lunch. Toen we met de Willy weer aankwamen in Salento bleek daar markt te zijn. Hongerig als we waren zijn we meteen voor het lokale eten gegaan. Job had ‘Bandega Paisa’, een van de meest zware gerechten die je je kunt voorstellen. Het is rijst, bonen, avocado, aardappels, chorizo, spek, plátano (hartige banaan), een soort maiskoek en twee spiegeleieren. Daarna lekker gaan douchen in het hostel en rustig aan gedaan. ’s Avonds zijn we nog even in het dorp gaan eten en daarna hebben we nog goede lokale koffie gedronken met chocoladetaart bij dé koffiebar van het dorp: Jesus Martin.

Waxpalms Cocora vallei Bruggetje Kolibrie Chocolade met kaasBandeja Paisa

Omdat we niet met de bus (tien uur) maar met het vliegtuig (minder dan één uur) naar Bogotá gingen, hadden we zondag 24 maart nog een hele ochtend ‘over’. Omdat er buiten koffie en de Cocora vallei verder niet veel te doen is in Salento, besloten we aan te sluiten bij een gegidste wandeling door een beschermd natuurgebied, een zogenaamd ‘cloudforest’, aan de rand van de stad. Ik vond het reuze interessant. De gids vertelde over de biodiversiteit en hoe alle planten en dieren in symbiose met elkaar leven hier. Heel interessant te horen hoe de jungle ‘werkt’, dat alles met elkaar samenhangt. De waxpalms van gister worden door alle andere planten en dieren in de jungle getolereerd omdat ze zo hoog groeien en daarom schaduw bieden aan de rest. De waxpalms die wij gister in de Cocora vallei hebben gezien zijn eigenlijk het skelet van de jungle die daar vroeger groeide. Alle jungle is gekapt om er weidegrond van te maken, alleen de hoge palmen hebben ze laten staan. Zo kijk je meteen weer anders aan tegen de grote trekpleister van de streek.

’s Middags zijn we net op tijd vóór de regen op het busstation. Door de stortregen brengt de bus ons naar Pereira, waar we een taxi nemen naar het chaotische lokale vliegveld. Eenmaal in de lucht zijn we in een half uurtje in Bogotá waar we een taxi pakken naar onze Airbnb.

Maandag 25 maart moesten we eerst wat dingetjes regelen in Bogotá. Ik ga ’s ochtends eerst even ontbijt halen in de supermarkt om de hoek: Griekse yoghurt en tropisch fruit. De gewone yoghurt in Colombia is altijd zo vloeibaar als melk; Griekse yoghurt is de enige ‘stevige’ variant die ze kennen. Daarna lopen we richting een winkelcentrum met een The North Face winkel: Job heeft een nieuwe jas nodig, want zijn vorige is gestolen in Guatemala. Bogotá is héél groot, er wonen zo’n negen miljoen mensen. Je loopt makkelijk een drie kwartier rechtdoor door dezelfde wijk. We besteden eigenlijk de hele ochtend met winkelen, koffiedrinken en uiteindelijk lunchen. Tussendoor heb ik nog even met thuis gebeld om mijn moeder te feliciteren met haar verjaardag. Als we om vier uur terug zijn in ons appartement komen we erachter dat het Botero-museum de volgende dag gesloten is. We hebben alleen vandaag en morgen in Bogotá en dat museum stond hoog op het lijstje, dus we besluiten meteen in een taxi te springen naar La Candelaria, het oude historische centrum van Bogotá waar het museum ligt. Vanochtend hadden we zon met zo’n 23 graden, inmiddels stortregent het weer. Het museum is normaliter op maandag tot zeven uur geopend, echter niet vandaag. Blijkbaar is het een feestdag en sluit het museum om vijf uur, de laatste bezoekers mogen erin om half vijf. Wij komen aan om vijf óver half vijf. Als verzopen katten komen we aan. De portier laat ons in eerste instantie niet binnen, terwijl we nog allemaal mensen door de zalen zien lopen. Maar na een beetje zielig kijken en uitleggen dat we dan het museum niet meer kunnen zien, mogen we toch nog – rápido! - naar binnen. Uiteindelijk hebben we nog een kwartiertje door de zalen kunnen snelwandelen en wat foto’s kunnen schieten. Om vijf uur wordt iedereen zonder pardon het museum uitgebonjourd de stromende regen in. Vanuit een afdakje schaken we een taxi terug naar ons appartement! ’s Avonds hebben we lekker weer eens zelf gekookt met héél veel groente en lekker een film gekeken met popcorn op de bank. Dat hadden we al heel lang niet meer gedaan. Ik weet dat dit heel verwend klinkt, maar elke avond uiteten breekt soms een beetje op.

Botero museum Botero museum Kerk in Bogota

Dinsdag 26 maart stond het toeristisch hoogtepunt van Bogotá op het programma: de wijk La Candelária en het goudmuseum, én - niet te vergeten - de voordeur van het appartement waar mijn zusje verbleef toen ze in Bogotá studeerde zes jaar geleden. In de ochtend zijn we aangesloten bij een ‘guided tour’ door de wijk. We hadden een enthousiaste gids die de achtergrond van de problemen in Colombia goed uitlegde en La Candelária en haar gebouwen tot leven bracht. Het gebouw van het gerechtshof is bijvoorbeeld volledig vernieuwd na een drama in 1985 waarbij alle 110 medewerkers zijn omgekomen na een gijzeling door guerrilla’s (waarvan gedacht wordt dat Pablo Escobar erachter zit). We lunchen op aanraden van mijn zusje en de gids van de stadswandeling met ajiaco, een soep met drie soorten aardappelen, kip en kappertjes. Het is lekkerder dan het klinkt. ’s Middags bezoeken we het goudmuseum. De oorspronkelijke bewoners van Colombia maakten beeldjes en sieraden van goud. Voor hen betekende goud ‘leven’, het had een symbolische en religieuze waarde. De Spanjaarden waren belust op het goud om heel andere redenen. Op initiatief van de Spaanse koning is er zelfs een expeditie met honderden soldaten geweest, op zoek naar ‘El Dorado’, de mythische gouden stad. Inderdaad een mythe, want deze stad heeft nooit bestaan. Er bleek wel een meer te zijn, vol met gouden voorwerpen. De inheemse bevolking gooide hier namelijk jaarlijks een berg goud in tijdens een ritueel voor de goden. Toen de Spanjaarden hierachter kwamen, hebben ze het meer drooggelegd. Een deel van deze schat is vandaag te bewonderen in het goudmuseum.

Na dit museum zijn we wel weer toe aan koffie. Een echte barista maakt een prachtige pauw met het melkschuim van mijn cappuccino. Daarna gaan we nog even op zoek naar souvenirs want dit zal een van de laatste kansen zijn om nog iets te kopen in Colombia. s’ Avonds eten we bij een Koreaan om de hoek van ons appartement, in de hippe wijk Chapinero.

Kathedraal Walking tour CandelariaAjiaco Goudmuseum Goudmuseum 

Woensdag 27 maart is onze laatste volle dag in Colombia. We ontbijten bij Juan Valdez, de Starbucks van Colombia. Om kwart over één hebben we namelijk een vlucht naar Pasto, een stad in het zuiden van Colombia. We vliegen naar Pasto – de springplank naar Ecuador - omdat de ‘Panamerican Highway’ naar het zuiden is geblokkeerd door indianen wegens politieke redenen. Met de bus zou het bovendien zonder blokkades een reis van 20 uur zijn. Een reden dat we naar Pasto vliegen – en niet rechtstreeks naar Ecuador – is het prijsverschil van enkele honderden euro’s. We vliegen dus naar Pasto, vanwaar we over land de grens willen oversteken naar Ecuador. Aangekomen in Pasto zien we meteen de consequenties van de blokkades die blijkbaar al 16 dagen duren. Er is bijna geen benzine te krijgen en de schappen van de supermarkten zijn half leeg. We zien rijen van (niet gelogen) twee kilometer voor een benzinestation. Gelukkig rijden er wel nog enkele auto’s dus we kunnen gewoon een taxi nemen naar ons hotel. Bij aankomst in het hotel, slaat de schrik ons even om het hart. De mevrouw van het hotel vertelt ons namelijk dat de grens vanmiddag dicht is wegens (wederom) blokkades van indianen. Dit past niet binnen ons plan! Het is dus afwachten of we de volgende dag de grens over kunnen of dat we stranden in het zuiden van Colombia in oranje gebied volgens de Nederlandse Rijksoverheid (veiligheidsniveau: alleen reizen als strikt-noodzakelijk).’s Avonds eten we onverwacht heel lekker bij een lokaal fusionrestaurant: gnocchi met chorizo, pesto van bonen en mozzarella en een heerlijk chocoladetaartje als toetje.

Donderdag 28 maart voelt voor ons een beetje als D-day. Gaan we de grens overkomen of niet? Naast het probleem met de indianen zijn er ook problemen met de Venezolanen aan de grens. Door de problemen in Venezuela vluchten de inwoners via Colombia door Ecuador naar Peru, waar ze hopen werk te vinden en een beter leven te starten. Om onze kansen te vergroten zitten we ’s ochtends om kwart over vijf in een shuttlebusje van Pasto naar Ipiales, de grensstad aan Colombiaanse zijde. De reis naar Ipiales duurt nog drie uur en gaat langs een prachtig berglandschap. Vanuit Ipiales nemen we rond acht uur een taxi naar de grens. Er zijn op dit tijdstip gelukkig nog geen blokkades. Zoals gehoopt hebben de indianen enige opstarttijd nodig voor hun blokkades, en kunnen wij er nog fijn doorheen nu. Bij de grens aangekomen worden we geconfronteerd met de Venezolanen. Er staan wel honderden vluchtelingen, families, te wachten in de rij voor de grensformaliteiten. Ze hebben dekens in plaats van jassen en de kinderen hebben kapotte kleding aan. Er zijn bussen van Unicef en er zijn tenten van het Rode Kruis. Het is echt schrijnend om te zien. We hadden het al op televisie gezien maar het is toch even anders als je rechtstreeks wordt geconfronteerd met een humanitaire ramp. Wij kunnen met onze paspoort langs alle rijen, we hoeven nergens te wachten, en lopen zonder enige problemen Ecuador binnen. Vanuit de grens pakken we een taxi naar de Ecuadoriaanse grensplaats Tulcán. De nationale munt in Ecuador is de Amerikaanse dollar, en die hebben we nog meegenomen uit San Francisco (voelt als een eeuwigheid geleden dat we daar waren!). Het is gelukt, we zijn in Ecuador!

Grensovergang

Foto’s

5 Reacties

  1. Marion en Lambert:
    30 maart 2019
    Hoi Annika en Job,

    Nou Annika je schrijft mooie verhalen. Jullie maken heel wat mee. Heel leuk om dit allemaal zo te volgen. Blijf zo maar doorschrijven, wij lezen wel en leven een beetje mee met jullie.
    Veel plezier in Ecuador.
    Lambert en Marion
  2. Marijke:
    30 maart 2019
    Annika, heerlijk om te lezen. Veel plezier verder.
  3. Ad:
    30 maart 2019
    Boeiend! Het leest als een levende reisgids.
    Veel Nederlanders? Grappig: toen wij anderhalf jaar geleden in Medellin waren vroeg de gids of er in Nederland soms een wet was afgekondigd die bepaalde dat iedereen op vakantie moest naar Columbia. Zoveel Nederlanders waren er ineens.
  4. Nico:
    30 maart 2019
    Annika, Mooie belevenissen en ook heel leuk beschreven.
  5. Hermien:
    31 maart 2019
    Ha Annika, weer boeiend om te lezen!